La búsqueda del término pasar a ha obtenido 22 resultados
ES Español NL Neerlandés
pasar a (v) [hecho] voorvallen (v) [hecho]
pasar a (v) [sujeto] overstappen naar (v) [sujeto]
pasar a (v) [sujeto] overgaan tot (v) [sujeto]
pasar a (v) [objetos] verdergeven (v) [objetos]
pasar a (v) [objetos] verder geven (v) [objetos]
ES Español NL Neerlandés
pasar a (v) [cambio] veranderen naar (v) [cambio]
pasar a (v) [cambio] omschakelen naar (v) [cambio]
pasar a (v) [objetos] doorgeven (v) [objetos]
pasar a (v) [hecho] gebeuren met (v) [hecho]
pasar a (v) [hecho] overkomen (v) [hecho]
pasar a (v) [hecho] plaats vinden (v) [hecho]
pasar a (v) [gastos] afwentelen op (v) [gastos]
pasar a (v) [hecho] plaatshebben (v) [hecho]
pasar a (v) [hecho] gebeuren (v) [hecho]
pasar a (v) [hecho] voorkomen (v) {n} [hecho]
pasar a (v) [responsabilidad] afschuiven op (v) [responsabilidad]
pasar a (v) [gastos] afschuiven op (v) [gastos]
pasar a (v) [responsabilidad] doorberekenen naar (v) [responsabilidad]
pasar a (v) [gastos] doorberekenen naar (v) [gastos]
pasar a (v) [responsabilidad] doorschuiven naar (v) [responsabilidad]
pasar a (v) [gastos] doorschuiven naar (v) [gastos]
pasar a (v) [responsabilidad] afwentelen op (v) [responsabilidad]

ES NL Traducciones de pasar

pasar (v) [a pie] verlopen (v) [a pie]
pasar (v) [hecho] verlopen (v) [hecho]
pasar (v) [tiempo] verlopen (v) [tiempo]
pasar (v) [a pie] verstrijken (v) [a pie]
pasar (v) [tiempo] verstrijken (v) [tiempo]
pasar (v) [tiempo] verdrijven (v) [tiempo]
pasar (v) [tiempo] spenderen (v) {n} [tiempo]
pasar (v) [destreza] overleveren (v) [destreza]
pasar (v) [objetos] overleveren (v) [objetos]
pasar (v) [tradición] overleveren (v) [tradición]

ES NL Traducciones de a

a naar
a (prep) [against, next to, near, towards] naar (prep) [against, next to, near, towards]
a (o) [causando] naar (o) [causando]
a (o) [destino] naar (o) [destino]
a (o) [dirección] naar (o) [dirección]
a (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
a (conj prep) [towards] naar (conj prep) [towards]
a (o) [general] in verband met (o) [general]
a (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
a (o) [en su honor] op (o) [en su honor]