La búsqueda del término eigenwijs ha obtenido 24 resultados
NL Neerlandés ES Español
eigenwijs (a) [gedrag] vanidoso (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] protocolario (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] ceremonioso (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [koppig] cabezón (a) {m} [koppig]
eigenwijs (a) [gedrag] cabezón (a) {m} [gedrag]
NL Neerlandés ES Español
eigenwijs (a) [koppig] terco (a) {m} [koppig]
eigenwijs (a) [gedrag] terco (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [koppig] obstinado (a) [koppig]
eigenwijs (a) [gedrag] obstinado (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [koppig] testarudo (a) {m} [koppig]
eigenwijs (a) [gedrag] testarudo (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] pretencioso (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] contrario (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] arrogante (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] presuntuoso (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] desvergonzado (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] insolente (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] descarado (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [koppig] tenaz (a) [koppig]
eigenwijs (a) [gedrag] tenaz (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] engreído (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] presumido (a) {m} [gedrag]
eigenwijs (a) [gedrag] desdeñoso (a) [gedrag]
eigenwijs (a) [koppig] contrario (a) {m} [koppig]

'Traducciones del Neerlandés al Español