La búsqueda del término inmediato ha obtenido 25 resultados
ES Español NL Neerlandés
inmediato (a) [tiempo] vandaag (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] direkt (a) [tiempo]
inmediato (a) [causa] direkt (a) [causa]
inmediato (a) [tiempo] dichtsbijzijnd (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] direct (a) [tiempo]
ES Español NL Neerlandés
inmediato (a) [causa] direct (a) [causa]
inmediato (a) [tiempo] volgend (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] erop (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] nabij (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] meteen (a) [tiempo]
inmediato (a) [causa] meteen (a) [causa]
inmediato (a) [tiempo] thans (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] heden (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] tegenwoordig (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] dadelijk (a) [tiempo]
inmediato (a) [causa] dadelijk (a) [causa]
inmediato (a) [tiempo] aanstonds (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] terstond (a) [tiempo]
inmediato (a) [tiempo] onmiddellijk (a) [tiempo]
inmediato (a) [causa] onmiddellijk (a) [causa]
inmediato (a) [tiempo] ogenblikkelijk (a) [tiempo]
inmediato (a) [causa] ogenblikkelijk (a) [causa]
inmediato (a) [adyacente] aaneengrenzend (a) [adyacente]
inmediato (a) [adyacente] aanpalend (a) [adyacente]
inmediato (a) [adyacente] aangrenzend (a) [adyacente]