Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / B / begrijpen

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de begrijpen

La búsqueda del término begrijpen ha obtenido 64 resultados
Ir a Neerlandés » Español
NL Neerlandés ES Español
begrijpen (v) [verstaan] saber (v) {m} [verstaan]
begrijpen (v) [verstaan] comprender (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] comprender (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] comprender (v) [zin]
begrijpen entender
NL Neerlandés ES Español
begrijpen (v) [algemeen] entender (v) [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] entender (v) [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] entender (v) [begrip]
begrijpen (v) [to be aware of the meaning of] entender (v) [to be aware of the meaning of]
begrijpen (v n) [understand] entender (v n) [understand]
begrijpen (v) [verstaan] entender (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] entender (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] entender (v) [zin]
begrijpen (v) [algemeen] saber (v) {m} [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] saber (v) {m} [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] saber (v) {m} [begrip]
begrijpen (v n) [to understand] comprender (v n) [to understand]
begrijpen (v) [zich voorstellen] saber (v) {m} [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] saber (v) {m} [zin]
begrijpen (v) [algemeen] darse cuenta (v) [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] darse cuenta (v) [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] darse cuenta (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] darse cuenta (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] darse cuenta (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] darse cuenta (v) [zin]
begrijpen (v) [algemeen] imaginar (v) [algemeen]
begrijpen (v) [begrip] imaginar (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] imaginar (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] imaginar (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] imaginar (v) [zin]
begrijpen (n) [thorough understanding] entendimiento (n) {m} [thorough understanding]
begrijpen (n v) [to perceive and understand] cachar (n v) [to perceive and understand]
begrijpen (v) [appreciëren] averiguar (v) [appreciëren]
begrijpen (v n) [colloquial: understand] captar (v n) [colloquial: understand]
begrijpen (n v) [to perceive and understand] captar (n v) [to perceive and understand]
begrijpen (v) [algemeen] descubrir (v) [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] descubrir (v) [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] descubrir (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] descubrir (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] descubrir (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] descubrir (v) [zin]
begrijpen (n) [thorough understanding] comprensión (n) {m} [thorough understanding]
begrijpen (v) [algemeen] pensar (v) [algemeen]
begrijpen (v) [begrip] pensar (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] pensar (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] pensar (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] pensar (v) [zin]
begrijpen (v) [algemeen] averiguar (v) [algemeen]
begrijpen (v n) [understand] ver (v n) [understand]
begrijpen (v) [begrip] averiguar (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] averiguar (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] averiguar (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] averiguar (v) [zin]
begrijpen (v) [algemeen] concebir (v) [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] concebir (v) [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] concebir (v) [begrip]
begrijpen (v) [verstaan] concebir (v) [verstaan]
begrijpen (v) [zich voorstellen] concebir (v) [zich voorstellen]
begrijpen (v) [zin] concebir (v) [zin]
begrijpen (v) [algemeen] comprender (v) [algemeen]
begrijpen (v) [appreciëren] comprender (v) [appreciëren]
begrijpen (v) [begrip] comprender (v) [begrip]
begrijpen (n v) [to perceive and understand] comprender (n v) [to perceive and understand]
begrijpen (v) [to understand] comprender (v) [to understand]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de begrijpen ES Traducciones
snappen [vatten] erfassen
doorhebben [vatten] hindurchsehen durch
interpreteren [uitleggen] interpretieren
opvatten [uitleggen] interpretieren
toelichten [uitleggen] erläutern
uiteenzetten [uitleggen] erläutern
verduidelijken [uitleggen] erklären
verklaren [uitleggen] n erklären
beseffen [aanvoelen] realisieren
waarderen [aanvoelen] achten
voelen [aanvoelen] fühlen
inzien [bevatten] einsehen
vatten [bevatten] zuziehen (sich)
volgen [bevatten] folgen
opmaken [afleiden] erschöpfen
omvatten [meetellen] einschließen
rekenen [meetellen] n rechnen
aanvoelen [voelen] sich bewusst sein dass