Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / B / beperken

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de beperken

La búsqueda del término beperken ha obtenido 28 resultados
Ir a Neerlandés » Español
NL Neerlandés ES Español
beperken (v) [keuze] limitar (v) [keuze]
beperken (v) [verklaring] restringir (v) [verklaring]
beperken (v) [uitgaven] restringir (v) [uitgaven]
beperken (v) [to restrict or limit] restringir (v) [to restrict or limit]
beperken (v) [to restrain within bounds] restringir (v) [to restrain within bounds]
NL Neerlandés ES Español
beperken (v) [keuze] restringir (v) [keuze]
beperken (v) [begrenzen] restringir (v) [begrenzen]
beperken (v) [uitgaven] confinar (v) [uitgaven]
beperken (v n) [to restrict; to keep within bounds] confinar (v n) [to restrict; to keep within bounds]
beperken (v) [keuze] confinar (v) [keuze]
beperken (v) [begrenzen] confinar (v) [begrenzen]
beperken (v) [verklaring] limitar (v) [verklaring]
beperken (v) [uitgaven] limitar (v) [uitgaven]
beperken (v) [to limit or restrict] limitar (v) [to limit or restrict]
beperken (v) [begrenzen] reducir (v) [begrenzen]
beperken (v) [begrenzen] limitar (v) [begrenzen]
beperken (v) [verklaring] atenuar (v) [verklaring]
beperken (v) [uitgaven] atenuar (v) [uitgaven]
beperken (v) [verklaring] recortar (v) [verklaring]
beperken (v) [uitgaven] recortar (v) [uitgaven]
beperken (v) [begrenzen] recortar (v) [begrenzen]
beperken (v) [to make shorter] compendiar (v) [to make shorter]
beperken (v) [to make shorter] condensar (v) [to make shorter]
beperken (v) [to make shorter] abreviar (v) [to make shorter]
beperken (v) [verklaring] reducir (v) [verklaring]
beperken (v) [uitgaven] reducir (v) [uitgaven]
beperken (v) [keuze] reducir (v) [keuze]
beperken (v) [hoeveelheid] reducir (v) [hoeveelheid]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de beperken ES Traducciones
intomen [matigen] refrear
temperen [matigen] n aliviar
inhouden [matigen] conter
minderen [beknotten] diminuir
verkorten [beknotten] encurtar
inperken [beknotten] confinar
afbakenen [begrenzen] fazer a marcação de limites
afperken [begrenzen] marcar
insluiten [begrenzen] n cercar
verminderen [reduceren] descer
terugbrengen [reduceren] retornar
begrenzen [afbakenen] confinar
verkleinen [inkrimpen] diminuir
bedwingen [breidelen] manter sob controle
beteugelen [breidelen] refrear
demarqueren [afgrenzen] marcar
traceren [afgrenzen] traçar