Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / B / beslag leggen op

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de beslag leggen op

La búsqueda del término beslag leggen op ha obtenido 10 resultados
Ir a Neerlandés » Español
NL Neerlandés ES Español
beslag leggen op (v) [rechten] arrogarse (v) [rechten]
beslag leggen op (v) [algemeen] confiscar (v) [algemeen]
beslag leggen op (v) [rechten] confiscar (v) [rechten]
beslag leggen op (v) [algemeen] decomisar (v) [algemeen]
beslag leggen op (v) [rechten] decomisar (v) [rechten]
NL Neerlandés ES Español
beslag leggen op (v) [algemeen] embargar (v) [algemeen]
beslag leggen op (v) [rechten] embargar (v) [rechten]
beslag leggen op (v) [algemeen] incautar (v) [algemeen]
beslag leggen op (v) [rechten] incautar (v) [rechten]
beslag leggen op (v) [rechten] atribuirse (v) [rechten]

NL ES Traducciones de beslag

beslag (n) [culinair] {n} pasta (n) {f} [culinair]
beslag (n) [rechten] {n} embargo (n) {m} [rechten]
beslag (n) [rechten] {n} incautación (n) {f} [rechten]
beslag (n) [rechten] {n} confiscación (n) {f} [rechten]
beslag (v n) [beaten mixture of flour and liquid] {n} batido (v n) {m} [beaten mixture of flour and liquid]
beslag (n) [culinair] {n} albardilla (n) {f} [culinair]

NL ES Traducciones de leggen

leggen (v) [ei] {n} poner (v) [ei]
leggen (v) [positie] {n} poner (v) [positie]
leggen (v) [vloer] {n} poner (v) [vloer]
leggen (v) [voorwerpen] {n} poner (v) [voorwerpen]
leggen (n) [algemeen] {n} colocación (n) {f} [algemeen]
leggen (n) [ei] {n} colocación (n) {f} [ei]
leggen (v) [ei] {n} colocar (v) [ei]
leggen (v) [positie] {n} colocar (v) [positie]
leggen (v) [vloer] {n} colocar (v) [vloer]
leggen (v) [voorwerpen] {n} colocar (v) [voorwerpen]

NL ES Traducciones de op

op (adv prep adj n v) [finished] terminado (adv prep adj n v) [finished]
op (adv prep adj n v) [finished] acabado (adv prep adj n v) {m} [finished]
op (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same] salvo (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same]
op (o) [algemeen] a (o) [algemeen]
op (o) [dimensie] a (o) [dimensie]
op (o) [nabijheid] a (o) [nabijheid]
op (o) [ter ere van] a (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] a (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] a (o) [wakker]
op (n v) [to spend or take a vacation] vacacionar (n v) [to spend or take a vacation] (n v)