| extraer (v) [minería] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | winnen (v) [minería] - gewonnen
- wint
- winnen
- wonnen
- won
| |
| extraer (v) [químico] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | onttrekken (v) [químico] - onttrokken
- onttrekt
- onttrekken
- onttrokken
- onttrok
| |
| extraer (v) [odontología] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | onttrekken (v) [odontología] - onttrokken
- onttrekt
- onttrekken
- onttrokken
- onttrok
| |
| extraer (v n) [to extract a liquid, or cause a liquid to come out] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | putten (v n) {n} [to extract a liquid, or cause a liquid to come out] - geput
- put
- putten
- putten
- putte
| |
| extraer (v) [químico] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | trekken (v) {n} [químico] - getrokken
- trekt
- trekken
- trokken
- trok
| |
| extraer (v) [fuerza] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uittrekken (v) [fuerza] - uitgetrokken
- trekt uit
- trekken uit
- trokken uit
- trok uit
| |
| extraer (v) [minería] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uithalen (v) [minería] - uitgehaald
- halen uit
- haalt uit
- haalde uit
- haalden uit
| |
| extraer (v) [fuerza] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uitrukken (v) [fuerza] - uitgerukt
- rukken uit
- rukt uit
- rukte uit
- rukten uit
| |
| extraer (v) [minería] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | delven (v) {n} [minería] - gedolven
- delft
- delven
- dolf
- dolven
| |
| extraer (v) [minería] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uitgraven (v) {n} [minería] - uitgegraven
- graven uit
- graaft uit
- groeven uit
- groef uit
| |
| extraer (v) [químico] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | afscheiden (v) [químico] - afgescheiden
- scheidt af
- scheiden af
- scheidden af
- scheidde af
| |
| extraer (v) [odontología] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | afscheiden (v) [odontología] - afgescheiden
- scheidt af
- scheiden af
- scheidden af
- scheidde af
| |
| extraer (v) [químico] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uittrekken (v) [químico] - uitgetrokken
- trekt uit
- trekken uit
- trokken uit
- trok uit
| |
| extraer (v) [odontología] - extraído
- extraes
- extraen
- hubiste extraído
- hubieron extraído
| | uittrekken (v) [odontología] - uitgetrokken
- trekt uit
- trekken uit
- trokken uit
- trok uit
| |