La búsqueda del término tener en mucho a ha obtenido 5 resultados
Ir a
ES Español NL Neerlandés
tener en mucho a (v) [persona] opkijken naar (v) [persona]
tener en mucho a (v) [persona] opzien naar (v) [persona]
tener en mucho a (v) [persona] op de handen dragen (v) [persona]
tener en mucho a (v) [persona] hoog aanslaan (v) [persona]
tener en mucho a (v) [persona] een zeer hoge dunk hebben van (v) [persona]

ES NL Traducciones de tener

tener (v) [animales] krijgen (v) [animales]
tener (v) [general] houden (v) [general]
tener (v) [necesidad] hoeven (v) [necesidad]
tener (v) [necesidad] moeten (v) [necesidad]
tener (v) [provisión] in voorraad hebben (v) [provisión]
tener (v) [necesidad] horen (v) {m} [necesidad]
tener hebben
tener (v) [general] hebben (v) [general]
tener (v) [necesidad] zou moeten (v) [necesidad]
tener (v) [animales] werpen (v) [animales]

ES NL Traducciones de en

en (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] tegenwijzerzin (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] (adv)
en (o) [preposición] bij (o) {m} [preposición]
en (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
en op
en (prep adv) [being directly supported by another] op (prep adv) [being directly supported by another]
en (o) [preposición] op (o) [preposición]
en (o) [proximidad] op (o) [proximidad]
en (adj adv) [on fire] in vuur en vlam (adj adv) [on fire]
en (o) [preposición] aan (o) [preposición]
en (o) [proximidad] aan (o) [proximidad]

ES NL Traducciones de mucho

mucho (o) [general] erg (o) {n} [general]
mucho (o) [grado] grondig (o) [grado]
mucho (o) [grado] goed (o) {n} [grado]
mucho (a) [cantidad] heel wat (a) [cantidad]
mucho (a) [cantidad] heel veel (a) [cantidad]
mucho (a) [cantidad] een heleboel (a) [cantidad]
mucho (a) [cantidad] enorm veel (a) [cantidad]
mucho (a) [cantidad] een enorme hoeveelheid (a) [cantidad]
mucho (a) [cantidad] heleboel (a) [cantidad]
mucho (o) [general] heel erg (o) [general]

ES NL Traducciones de a

a naar
a (prep) [against, next to, near, towards] naar (prep) [against, next to, near, towards]
a (o) [causando] naar (o) [causando]
a (o) [destino] naar (o) [destino]
a (o) [dirección] naar (o) [dirección]
a (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
a (conj prep) [towards] naar (conj prep) [towards]
a (o) [general] in verband met (o) [general]
a (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
a (o) [en su honor] op (o) [en su honor]