La búsqueda del término rechazar ha obtenido 94 resultados
ES Español NL Neerlandés
rechazar (v) [gente] verdrijven (v) [gente]
rechazar (v) [gente] de deur wijzen (v) [gente]
rechazar (v) [persona] zich van het lijf houden (v) [persona]
rechazar (v) [perro] zich van het lijf houden (v) [perro]
rechazar (v) [enemigo] zich van het lijf houden (v) [enemigo]
ES Español NL Neerlandés
rechazar (v) [ataque] zich van het lijf houden (v) [ataque]
rechazar (v) [persona] van zich af houden (v) [persona]
rechazar (v) [perro] van zich af houden (v) [perro]
rechazar (v) [enemigo] van zich af houden (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] van zich af houden (v) [ataque]
rechazar (v) [persona] verdrijven (v) [persona]
rechazar (v) [perro] verdrijven (v) [perro]
rechazar (v) [propuesta] de deur wijzen (v) [propuesta]
rechazar (v) [enemigo] verdrijven (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] verdrijven (v) [ataque]
rechazar (v) [animales] verdrijven (v) [animales]
rechazar (v) [persona] terugdrijven (v) [persona]
rechazar (v) [perro] terugdrijven (v) [perro]
rechazar (v) [militar] terugdrijven (v) [militar]
rechazar (v) [gente] terugdrijven (v) [gente]
rechazar (v) [enemigo] terugdrijven (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] terugdrijven (v) [ataque]
rechazar (v) [animales] terugdrijven (v) [animales]
rechazar (v) [persona] afweren (v) [persona]
rechazar (v) [to reject the truth of, deny] ontkennen (v) [to reject the truth of, deny]
rechazar (v) [objetos] teruggooien (v) [objetos]
rechazar (v) [objetos] terugwerpen (v) [objetos]
rechazar (v) [resistir a] tegenstand bieden (v) [resistir a]
rechazar (v) [resistir a] weerstand bieden (v) [resistir a]
rechazar (v) [propuesta] overstemmen (v) [propuesta]
rechazar (v) [propuesta] bij stemming verwerpen (v) [propuesta]
rechazar (v) [consideración] ignoreren (v) [consideración]
rechazar (v) [propuesta] naast zich neerleggen (v) [propuesta]
rechazar (v) [desaprobar] naast zich neerleggen (v) [desaprobar]
rechazar (v) [consideración] naast zich neerleggen (v) [consideración]
rechazar (v) [consideración] negeren (v) {n} [consideración]
rechazar (v) [perro] afweren (v) [perro]
rechazar (v) [propuesta] ontkennen (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] ontkennen (v) [oferta]
rechazar (v) [denegar] ontkennen (v) [denegar]
rechazar (v) [acusación] ontkennen (v) [acusación]
rechazar (v) [gente] verstoten (v) [gente]
rechazar (v) [enemigo] verstoten (v) [enemigo]
rechazar (v) [animales] verstoten (v) [animales]
rechazar (v) [gente] verjagen (v) [gente]
rechazar (v) [enemigo] verjagen (v) [enemigo]
rechazar (v) [animales] verjagen (v) [animales]
rechazar (v) [acusación] afwijzen (v) [acusación]
rechazar (n v) [refuse] weigeren (n v) [refuse]
rechazar (v) [propuesta] weigeren (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] weigeren (v) [oferta]
rechazar (v) [denegar] weigeren (v) [denegar]
rechazar (v) [acusación] weigeren (v) [acusación]
rechazar (n v) [refuse] afwijzen (n v) [refuse]
rechazar (v) [propuesta] afwijzen (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] afwijzen (v) [oferta]
rechazar (v) [gente] afwijzen (v) [gente]
rechazar (v) [desaprobar] afwijzen (v) [desaprobar]
rechazar (v) [denegar] afwijzen (v) [denegar]
rechazar (v) [acusación] verwerpen (v) [acusación]
rechazar (v) [persona] afkeren (v) [persona]
rechazar (v) [perro] afkeren (v) [perro]
rechazar (v) [enemigo] afkeren (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] afkeren (v) [ataque]
rechazar (v) [persona] afwenden (v) [persona]
rechazar (v) [perro] afwenden (v) [perro]
rechazar (v) [enemigo] afwenden (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] afwenden (v) [ataque]
rechazar (v) [propuesta] afslaan (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] afslaan (v) [oferta]
rechazar (v) [denegar] afslaan (v) [denegar]
rechazar (v) [denegar] ontzeggen (v) [denegar]
rechazar (v) [enemigo] afweren (v) [enemigo]
rechazar (v) [ataque] afweren (v) [ataque]
rechazar (v) [medicina - transplante] afstoten (v) [medicina - transplante]
rechazar (v) [consideración] terzijde schuiven (v) [consideración]
rechazar (v) [to reject, to deny] verzaken (v) [to reject, to deny]
rechazar (v) [to reject, to deny] afzweren (v) [to reject, to deny]
rechazar (v) [propuesta] wegsturen (v) {n} [propuesta]
rechazar (v) [gente] wegsturen (v) {n} [gente]
rechazar (v) [to reject, to deny] ontzeggen (v) [to reject, to deny]
rechazar (v) [propuesta] ontzeggen (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] ontzeggen (v) [oferta]
rechazar (v) [acusación] afslaan (v) [acusación]
rechazar (v) [acusación] ontzeggen (v) [acusación]
rechazar (v) [to reject as invalid, untrue, or improper] afkeuren (v) [to reject as invalid, untrue, or improper]
rechazar (v) [propuesta] afkeuren (v) [propuesta]
rechazar (v) [desaprobar] afkeuren (v) [desaprobar]
rechazar (v) [to reject, to deny] verwerpen (v) [to reject, to deny]
rechazar (v) [propuesta] verwerpen (v) [propuesta]
rechazar (v) [oferta] verwerpen (v) [oferta]
rechazar (v) [gente] verwerpen (v) [gente]
rechazar (v) [desaprobar] verwerpen (v) [desaprobar]
rechazar (v) [denegar] verwerpen (v) [denegar]